In mijn hoofd maak ik zinnen. Met woorden als later, terugkijken en trots. Maar ik slik ze allemaal in.
Ik vond het boek van Femke van der Laan. ‘Stad vol ballonnen’. Ik heb haar woorden geleend. En daarna een nieuw verhaal gemaakt om met jullie te delen. Hier begonnen onze dagen. Wat is goed voor de kinderen? Vanaf de fietsen voor me komt geen reactie. Maar, de onderbuurvrouw vraagt niet naar mij. Eberhart stierf toen het zijn bedtijd was. Vind je dat eigenlijk lang of kort? Vraag ik aan hem. Ik ken jou toch? Waarvan ook al weer? Ergens wist zij ook wel beter maar ik kon op dat moment haar lange verheugen niet met de grond gelijk maken. ‘Tot vanavond’, zeg ik zachtjes tegen de stropdas. In mijn hoofd maak ik zinnen. Met woorden als ‘later’,’ terugkijken’, en ‘trots’. Maar ik slik ze allemaal in want het is nog niet later. Gewoon, leven, zoals we altijd al deden. Dan was alles nog hetzelfde. Het vallen is gelukt, over het opstaan heb ik mijn twijfels. Maar nu zijn de herinneringen een vastgesteld aantal. Als sokken in een mandje; Ik dacht altijd dat ik het woord ‘nooit’ wel ...